Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. gemarmerd:
  2. marmeren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de gemarmerd de neerlandés a sueco

gemarmerd:


marmeren:

marmeren verbo (marmer, marmert, marmerde, marmerden, gemarmerd)

  1. marmeren
    marmorera
    • marmorera verbo (marmorerar, marmorerade, marmorerat)

Conjugaciones de marmeren:

o.t.t.
  1. marmer
  2. marmert
  3. marmert
  4. marmeren
  5. marmeren
  6. marmeren
o.v.t.
  1. marmerde
  2. marmerde
  3. marmerde
  4. marmerden
  5. marmerden
  6. marmerden
v.t.t.
  1. heb gemarmerd
  2. hebt gemarmerd
  3. heeft gemarmerd
  4. hebben gemarmerd
  5. hebben gemarmerd
  6. hebben gemarmerd
v.v.t.
  1. had gemarmerd
  2. had gemarmerd
  3. had gemarmerd
  4. hadden gemarmerd
  5. hadden gemarmerd
  6. hadden gemarmerd
o.t.t.t.
  1. zal marmeren
  2. zult marmeren
  3. zal marmeren
  4. zullen marmeren
  5. zullen marmeren
  6. zullen marmeren
o.v.t.t.
  1. zou marmeren
  2. zou marmeren
  3. zou marmeren
  4. zouden marmeren
  5. zouden marmeren
  6. zouden marmeren
diversen
  1. marmer!
  2. marmert!
  3. gemarmerd
  4. marmerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for marmeren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
marmorera marmeren