Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. gespuis:


Neerlandés

Traducciones detalladas de gespuis de neerlandés a sueco

gespuis:

gespuis [het ~] sustantivo

  1. het gespuis (schorriemorrie; tuig; geboefte; uitschot; gebroed)
    slödder
  2. het gespuis (gebroed)
    uppviglare

Translation Matrix for gespuis:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
slödder geboefte; gebroed; gespuis; schorriemorrie; tuig; uitschot canaille; gepeupel; grauw; janhagel; plebs; rapaille
uppviglare gebroed; gespuis agitator; herrieschopper; intrigant; oproerkraaier; opruier; opstoker; provocateur; rustverstoorder; stokebrand; stokebranden; stoker