Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. hikken:
  2. hik:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de hikken de neerlandés a sueco

hikken:

hikken verbo (hik, hikt, hikte, hikten, gehikt)

  1. hikken (de hik hebben)
    hicka
    • hicka verbo (hickar, hickade, hickat)

Conjugaciones de hikken:

o.t.t.
  1. hik
  2. hikt
  3. hikt
  4. hikken
  5. hikken
  6. hikken
o.v.t.
  1. hikte
  2. hikte
  3. hikte
  4. hikten
  5. hikten
  6. hikten
v.t.t.
  1. heb gehikt
  2. hebt gehikt
  3. heeft gehikt
  4. hebben gehikt
  5. hebben gehikt
  6. hebben gehikt
v.v.t.
  1. had gehikt
  2. had gehikt
  3. had gehikt
  4. hadden gehikt
  5. hadden gehikt
  6. hadden gehikt
o.t.t.t.
  1. zal hikken
  2. zult hikken
  3. zal hikken
  4. zullen hikken
  5. zullen hikken
  6. zullen hikken
o.v.t.t.
  1. zou hikken
  2. zou hikken
  3. zou hikken
  4. zouden hikken
  5. zouden hikken
  6. zouden hikken
diversen
  1. hik!
  2. hikt!
  3. gehikt
  4. hikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for hikken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
hicka gehik; hik
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
hicka de hik hebben; hikken

Palabras relacionadas con "hikken":


Wiktionary: hikken


Cross Translation:
FromToVia
hikken hicka hiccup — to hiccup

hikken forma de hik:

hik [de ~ (m)] sustantivo

  1. de hik
    hicka
    • hicka [-ett] sustantivo

Translation Matrix for hik:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
hicka hik gehik
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
hicka de hik hebben; hikken

Palabras relacionadas con "hik":


Wiktionary: hik

hik
noun
  1. een periodiek optredende, spontane, onwillekeurige samentrekking van het middenrif tijdens inademing, gevolgd door het plots sluiten van het strotklepje, wat een kenmerkend geluid veroorzaakt

Cross Translation:
FromToVia
hik hickning hiccup — spasm of the diaphragm
hik hicka hiccups — the condition of having hiccup spasms
hik hicka hoquetsecousse, choc, heurt.
hik hicka sanglot — (term, surtout au pluriel) soupir redoubler, spasme de la poitrine qui, contracter par la douleur, laisse échapper des sons entrecouper.

Traducciones automáticas externas: