Neerlandés

Traducciones detalladas de jakkeren de neerlandés a sueco

jakkeren:

jakkeren verbo (jakker, jakkert, jakkerde, jakkerden, gejakkerd)

  1. jakkeren (reppen; jachten; spoeden)
    trycka på; knuffas; armbågas; trängas i en folksamling; stötas
    • trycka på verbo (trycker på, tryckte på, tryckt på)
    • knuffas verbo (knuffar, knuffade, knuffat)
    • armbågas verbo (armbågas, armbågades, armbågats)
    • trängas i en folksamling verbo (tränger i en folksamling, trängde i en folksamling, trängt i en folksamling)
    • stötas verbo (stötas, stöttes, stötts)
  2. jakkeren (zich haasten; opschieten; jagen; )
    brådska; rusa; ila; skynda på
    • brådska verbo (brådskar, brådskade, brådskat)
    • rusa verbo (rusar, rusade, rusat)
    • ila verbo (ilar, ilade, ilat)
    • skynda på verbo (skyndar på, skyndade på, skyndat på)

Conjugaciones de jakkeren:

o.t.t.
  1. jakker
  2. jakkert
  3. jakkert
  4. jakkeren
  5. jakkeren
  6. jakkeren
o.v.t.
  1. jakkerde
  2. jakkerde
  3. jakkerde
  4. jakkerden
  5. jakkerden
  6. jakkerden
v.t.t.
  1. heb gejakkerd
  2. hebt gejakkerd
  3. heeft gejakkerd
  4. hebben gejakkerd
  5. hebben gejakkerd
  6. hebben gejakkerd
v.v.t.
  1. had gejakkerd
  2. had gejakkerd
  3. had gejakkerd
  4. hadden gejakkerd
  5. hadden gejakkerd
  6. hadden gejakkerd
o.t.t.t.
  1. zal jakkeren
  2. zult jakkeren
  3. zal jakkeren
  4. zullen jakkeren
  5. zullen jakkeren
  6. zullen jakkeren
o.v.t.t.
  1. zou jakkeren
  2. zou jakkeren
  3. zou jakkeren
  4. zouden jakkeren
  5. zouden jakkeren
  6. zouden jakkeren
diversen
  1. jakker!
  2. jakkert!
  3. gejakkerd
  4. jakkerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for jakkeren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
brådska drukte; gauwigheid; gebrom; gedrang; gehaastheid; gemurmel; geroezemoes; haast; haastigheid; ijl; overijling; spoed; toeloop; toevloed
rusa scheutje
trycka på forceren; opdringen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
armbågas jachten; jakkeren; reppen; spoeden
brådska ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; reppen; snellen; spoeden; vliegen; zich haasten; zich spoeden
ila ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; reppen; snellen; spoeden; vliegen; zich haasten; zich spoeden aanpoten; haast maken; haasten; hardlopen; ijlen; jachten; jagen; overhaasten; rennen; spoeden; tempo maken; tempomaken; tot spoed aanzetten; voortmaken; zich spoeden
knuffas jachten; jakkeren; reppen; spoeden kleine gevechten leveren; schermutselen
rusa ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; reppen; snellen; spoeden; vliegen; zich haasten; zich spoeden aanpoten; haast maken; haasten; ijlen; jachten; jagen; overhaasten; spoeden; stormlopen; tempo maken; tempomaken; tot spoed aanzetten; voortmaken; zich spoeden
skynda på ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; reppen; snellen; spoeden; vliegen; zich haasten; zich spoeden aanzetten; opzwepen; sterk prikkelen
stötas jachten; jakkeren; reppen; spoeden
trycka på jachten; jakkeren; reppen; spoeden beklemtonen; benadrukken; betonen; drukken op; inprenten; op het hart drukken; overdrukken
trängas i en folksamling jachten; jakkeren; reppen; spoeden