Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. kaatsspeler:


Neerlandés

Traducciones detalladas de kaatsspeler de neerlandés a sueco

kaatsspeler:

kaatsspeler [znw.] sustantivo

  1. kaatsspeler (kaatser)
    hejare; baddare; skrävlare

Translation Matrix for kaatsspeler:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
baddare kaatser; kaatsspeler
hejare kaatser; kaatsspeler heiblok; heiblokken
skrävlare kaatser; kaatsspeler blaaskaak; bluffer; dikdoener; dikdoeners; druktemaker; geurmaker; grote bek; grote mond; hol vat; leeg vat; opschepper; opscheppers; pocher; praatjes; praatjes hebben; praatjesmakers; snoever; snoevers; spekkopers; windbuil; windbuilen; zenuwlijder