Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. kwijt:
  2. kwijten:


Neerlandés

Traducciones detalladas de kwijt de neerlandés a sueco

kwijt:


Translation Matrix for kwijt:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bortkommen afwezigheid; verstrooidheid
AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
- weg
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
bortkommen kwijt; verloren; vermist; weg; zoek
bortkommet kwijt; verloren; vermist; weg; zoek
fattast kwijt; verloren; vermist; weg; zoek
förlorad kwijt; verdwaald; verloren loos; verbeurd; zoekgeraakt

Sinónimos de "kwijt":


Antónimos de "kwijt":


Definiciones relacionadas de "kwijt":

  1. wat je niet meer kunt vinden1
    • ik ben mijn portemonnee kwijt1

kwijt forma de kwijten:

kwijten verbo (kwijt, kweet, kweten, gekweten)

  1. kwijten
    utföra; uppfylla; fullgöra
    • utföra verbo (utför, utförde, utfört)
    • uppfylla verbo (uppfyller, uppfyllde, uppfyllt)
    • fullgöra verbo (fullgör, fullgjorde, fullgjort)

Conjugaciones de kwijten:

o.t.t.
  1. kwijt
  2. kwijt
  3. kwijt
  4. kwijten
  5. kwijten
  6. kwijten
o.v.t.
  1. kweet
  2. kweet
  3. kweet
  4. kweten
  5. kweten
  6. kweten
v.t.t.
  1. heb gekweten
  2. hebt gekweten
  3. heeft gekweten
  4. hebben gekweten
  5. hebben gekweten
  6. hebben gekweten
v.v.t.
  1. had gekweten
  2. had gekweten
  3. had gekweten
  4. hadden gekweten
  5. hadden gekweten
  6. hadden gekweten
o.t.t.t.
  1. zal kwijten
  2. zult kwijten
  3. zal kwijten
  4. zullen kwijten
  5. zullen kwijten
  6. zullen kwijten
o.v.t.t.
  1. zou kwijten
  2. zou kwijten
  3. zou kwijten
  4. zouden kwijten
  5. zouden kwijten
  6. zouden kwijten
diversen
  1. kwijt!
  2. kwijt!
  3. gekweten
  4. kwijtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kwijten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
utföra gehoor; gevolg; gevolg geven aan
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
fullgöra kwijten zich voltrekken
uppfylla kwijten plomberen; volvoeren; vullen
utföra kwijten bedingen; bewerkstelligen; doen; fixen; handelen; klaarspelen; lappen; totstandbrengen; uitrichten; uitvoeren; verrichten; voltrekken; voor elkaar krijgen; zich voltrekken

Traducciones relacionadas de kwijt