Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. laveren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de laveren de neerlandés a sueco

laveren:

laveren verbo (laveer, laveert, laveerde, laveerden, gelaveerd)

  1. laveren (schipperen)
    kompromissa
    • kompromissa verbo (kompromissar, kompromissade, kompromissat)
  2. laveren (tegen de wind in varen; kruisen)
    slå emot vinden
    • slå emot vinden verbo (slår emot vinden, slog emot vinden, slagit emot vinden)

Conjugaciones de laveren:

o.t.t.
  1. laveer
  2. laveert
  3. laveert
  4. laveren
  5. laveren
  6. laveren
o.v.t.
  1. laveerde
  2. laveerde
  3. laveerde
  4. laveerden
  5. laveerden
  6. laveerden
v.t.t.
  1. heb gelaveerd
  2. hebt gelaveerd
  3. heeft gelaveerd
  4. hebben gelaveerd
  5. hebben gelaveerd
  6. hebben gelaveerd
v.v.t.
  1. had gelaveerd
  2. had gelaveerd
  3. had gelaveerd
  4. hadden gelaveerd
  5. hadden gelaveerd
  6. hadden gelaveerd
o.t.t.t.
  1. zal laveren
  2. zult laveren
  3. zal laveren
  4. zullen laveren
  5. zullen laveren
  6. zullen laveren
o.v.t.t.
  1. zou laveren
  2. zou laveren
  3. zou laveren
  4. zouden laveren
  5. zouden laveren
  6. zouden laveren
en verder
  1. ben gelaveerd
  2. bent gelaveerd
  3. is gelaveerd
  4. zijn gelaveerd
  5. zijn gelaveerd
  6. zijn gelaveerd
diversen
  1. laveer!
  2. laveert!
  3. gelaveerd
  4. laverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

laveren [znw.] sustantivo

  1. laveren

Translation Matrix for laveren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
navigerande laveren
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
kompromissa laveren; schipperen
slå emot vinden kruisen; laveren; tegen de wind in varen

Wiktionary: laveren


Cross Translation:
FromToVia
laveren manövrera maneuver — to move (something) carefully, and often with difficulty, into a certain position
laveren kryssa; lova lavierenintransitiv, seemannssprachlich, veraltet: seitlings gegen den Wind segeln