Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. nadelig zijn voor:


Neerlandés

Traducciones detalladas de nadelig zijn voor de neerlandés a sueco

nadelig zijn voor:

nadelig zijn voor verbo (ben nadelig voor, bent nadelig voor, is nadelig voor, was nadelig voor, zijn nadelig voor, nadelig geweest voor)

  1. nadelig zijn voor
    skada; vara nackdel för
    • skada verbo (skadar, skadade, skadat)
    • vara nackdel för verbo (är nackdel för, var nackdel för, varit nackdel för)

Conjugaciones de nadelig zijn voor:

o.t.t.
  1. ben nadelig voor
  2. bent nadelig voor
  3. is nadelig voor
  4. zijn nadelig voor
  5. zijn nadelig voor
  6. zijn nadelig voor
o.v.t.
  1. was nadelig voor
  2. was nadelig voor
  3. was nadelig voor
  4. zijn nadelig voor
  5. zijn nadelig voor
  6. zijn nadelig voor
v.t.t.
  1. ben nadelig geweest voor
  2. bent nadelig geweest voor
  3. is nadelig geweest voor
  4. zijn nadelig geweest voor
  5. zijn nadelig geweest voor
  6. zijn nadelig geweest voor
v.v.t.
  1. was nadelig geweest voor
  2. was nadelig geweest voor
  3. was nadelig geweest voor
  4. waren nadelig geweest voor
  5. waren nadelig geweest voor
  6. waren nadelig geweest voor
o.t.t.t.
  1. zal nadelig zijn voor
  2. zult nadelig zijn voor
  3. zal nadelig zijn voor
  4. zullen nadelig zijn voor
  5. zullen nadelig zijn voor
  6. zullen nadelig zijn voor
o.v.t.t.
  1. zou nadelig zijn voor
  2. zou nadelig zijn voor
  3. zou nadelig zijn voor
  4. zouden nadelig zijn voor
  5. zouden nadelig zijn voor
  6. zouden nadelig zijn voor
diversen
  1. ben nadelig voor!
  2. weest nadelig voort!
  3. nadelig geweest voor
  4. nadelig zijn voor
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for nadelig zijn voor:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
skada afbreuk; averij; belediging; benadeling; beschadigen; beschadiging; blessure; grief; het verliezen; krenking; kwetsen; kwetsuur; laster; letsel; nadeel; oneer; schade; schadepost; schande; smaad; verlies; verliespost; verwonding; wond
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
skada nadelig zijn voor aantasten; aanvreten; afbreuk doen aan; bederven; benadelen; beschadigen; bezeren; blesseren; deren; duperen; folteren; knauwen; krenken; kwellen; kwetsen; martelen; nadeel berokkenen; nadeel toebrengen; onteren; ontwijden; pijn bezorgen; pijn doen; pijnigen; schade berokkenen; schade toebrengen aan; schaden; verwonden; zeer doen
vara nackdel för nadelig zijn voor
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
skada helaas; jammer; jammer genoeg; sneu; spijtig

Traducciones relacionadas de nadelig zijn voor