Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. ontharden:


Neerlandés

Traducciones detalladas de ontharden de neerlandés a sueco

ontharden:

ontharden verbo (onthard, onthardt, onthardde, onthardden, onthard)

  1. ontharden (verweken; zachtmaken)
    mjuka upp
    • mjuka upp verbo (mjukar upp, mjukade upp, mjukat upp)
  2. ontharden (week maken; weken; verweken; zachtmaken; in de week zetten)
    blöta igenom; låta blöta igenom
    • blöta igenom verbo (blötar igenom, blötte igenom, blött igenom)
    • låta blöta igenom verbo (låter blöta igenom, låt blöta igenom, låtit blöta igenom)

Conjugaciones de ontharden:

o.t.t.
  1. onthard
  2. onthardt
  3. onthardt
  4. ontharden
  5. ontharden
  6. ontharden
o.v.t.
  1. onthardde
  2. onthardde
  3. onthardde
  4. onthardden
  5. onthardden
  6. onthardden
v.t.t.
  1. heb onthard
  2. hebt onthard
  3. heeft onthard
  4. hebben onthard
  5. hebben onthard
  6. hebben onthard
v.v.t.
  1. had onthard
  2. had onthard
  3. had onthard
  4. hadden onthard
  5. hadden onthard
  6. hadden onthard
o.t.t.t.
  1. zal ontharden
  2. zult ontharden
  3. zal ontharden
  4. zullen ontharden
  5. zullen ontharden
  6. zullen ontharden
o.v.t.t.
  1. zou ontharden
  2. zou ontharden
  3. zou ontharden
  4. zouden ontharden
  5. zouden ontharden
  6. zouden ontharden
en verder
  1. is onthard
diversen
  1. onthard!
  2. onthardt!
  3. onthard
  4. onthardend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ontharden:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
blöta igenom in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken doorweken; inweken
låta blöta igenom in de week zetten; ontharden; verweken; week maken; weken; zachtmaken
mjuka upp ontharden; verweken; zachtmaken vertederen