Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. openbaar:
  2. openbaren:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de openbaar de neerlandés a sueco

openbaar:

openbaar adj.

  1. openbaar (publiek)

Translation Matrix for openbaar:

AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
- publiek
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
offentlig openbaar; publiek
offentligt openbaar; publiek

Palabras relacionadas con "openbaar":


Sinónimos de "openbaar":


Antónimos de "openbaar":


Definiciones relacionadas de "openbaar":

  1. algemeen bekend1
    • hij maakte het bericht openbaar1
  2. waar iedereen in kan of aan mee kan doen1
    • dit is een openbare school1

Wiktionary: openbaar


Cross Translation:
FromToVia
openbaar offentlig; allmän public — pertaining to people as a whole

openbaren:

openbaren verbo (openbaar, openbaart, openbaarde, openbaarden, geopenbaard)

  1. openbaren (zich uiten)
    medge; tillstå
    • medge verbo (medger, medge, medgivit)
    • tillstå verbo (tillstår, tillstod, tillstått)
  2. openbaren (publiceren; uitbrengen)
    publicera; ge ut; förlägga
    • publicera verbo (publicerar, publicerade, publicerat)
    • ge ut verbo (ger ut, gav ut, givit ut)
    • förlägga verbo (förlägger, förlade, förlagt)

Conjugaciones de openbaren:

o.t.t.
  1. openbaar
  2. openbaart
  3. openbaart
  4. openbaren
  5. openbaren
  6. openbaren
o.v.t.
  1. openbaarde
  2. openbaarde
  3. openbaarde
  4. openbaarden
  5. openbaarden
  6. openbaarden
v.t.t.
  1. heb geopenbaard
  2. hebt geopenbaard
  3. heeft geopenbaard
  4. hebben geopenbaard
  5. hebben geopenbaard
  6. hebben geopenbaard
v.v.t.
  1. had geopenbaard
  2. had geopenbaard
  3. had geopenbaard
  4. hadden geopenbaard
  5. hadden geopenbaard
  6. hadden geopenbaard
o.t.t.t.
  1. zal openbaren
  2. zult openbaren
  3. zal openbaren
  4. zullen openbaren
  5. zullen openbaren
  6. zullen openbaren
o.v.t.t.
  1. zou openbaren
  2. zou openbaren
  3. zou openbaren
  4. zouden openbaren
  5. zouden openbaren
  6. zouden openbaren
en verder
  1. is geopenbaard
  2. zijn geopenbaard
diversen
  1. openbaar!
  2. openbaart!
  3. geopenbaard
  4. openbarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for openbaren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
förlägga openbaren; publiceren; uitbrengen plaatsen; posten; posteren; stationeren; uitbrengen; uitgeven
ge ut openbaren; publiceren; uitbrengen iets uitgeven
medge openbaren; zich uiten binnen laten; iets als lof zeggen; nageven; opnemen; opvangen; toelaten
publicera openbaren; publiceren; uitbrengen openen; openstellen; publiceren; toegankelijk maken; uitbrengen; uitgeven; vrijgeven
tillstå openbaren; zich uiten als waar erkennen; erkennen; iemand toelaten; toegeven; toelaten
Not SpecifiedTraducciones relacionadasOther Translations
publicera publiceren

Wiktionary: openbaren


Cross Translation:
FromToVia
openbaren förklara; utlägga développerdégager une chose de ce qui l’envelopper.

Traducciones relacionadas de openbaar