Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. opslaan:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de opslaan de neerlandés a sueco

opslaan:

opslaan verbo (sla op, slaat op, sloeg op, sloegen op, opgeslagen)

  1. opslaan (bewaren; deponeren)
    lagra; bevara
    • lagra verbo (lagrar, lagrade, lagrat)
    • bevara verbo (bevarar, bevarade, bevarat)
  2. opslaan (archiveren; opbergen; bewaren)
    spara; ordna; förvara; arkivera
    • spara verbo (sparar, sparade, sparat)
    • ordna verbo (ordnar, ordnade, ordnat)
    • förvara verbo (förvarar, förvarade, förvarat)
    • arkivera verbo (arkiverar, arkiverade, arkiverat)
  3. opslaan (onthouden; opnemen)
    avstå; avhålla sig; hålla tillbaka
    • avstå verbo (avstår, avstod, avstått)
    • avhålla sig verbo (avhåller sig, avhöll sig, avhållit sig)
    • hålla tillbaka verbo (håller tillbaka, höll tillbaka, hållit tillbaka)
  4. opslaan
    spara
    • spara verbo (sparar, sparade, sparat)

Conjugaciones de opslaan:

o.t.t.
  1. sla op
  2. slaat op
  3. slaat op
  4. slaan op
  5. slaan op
  6. slaan op
o.v.t.
  1. sloeg op
  2. sloeg op
  3. sloeg op
  4. sloegen op
  5. sloegen op
  6. sloegen op
v.t.t.
  1. heb opgeslagen
  2. hebt opgeslagen
  3. heeft opgeslagen
  4. hebben opgeslagen
  5. hebben opgeslagen
  6. hebben opgeslagen
v.v.t.
  1. had opgeslagen
  2. had opgeslagen
  3. had opgeslagen
  4. hadden opgeslagen
  5. hadden opgeslagen
  6. hadden opgeslagen
o.t.t.t.
  1. zal opslaan
  2. zult opslaan
  3. zal opslaan
  4. zullen opslaan
  5. zullen opslaan
  6. zullen opslaan
o.v.t.t.
  1. zou opslaan
  2. zou opslaan
  3. zou opslaan
  4. zouden opslaan
  5. zouden opslaan
  6. zouden opslaan
en verder
  1. ben opgeslagen
  2. bent opgeslagen
  3. is opgeslagen
  4. zijn opgeslagen
  5. zijn opgeslagen
  6. zijn opgeslagen
diversen
  1. sla op!
  2. slat op!
  3. opgeslagen
  4. opslaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opslaan:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
arkivera archiveren; bewaren; opbergen; opslaan archiveren; comprimeren
avhålla sig onthouden; opnemen; opslaan abstineren; afslaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden
avstå onthouden; opnemen; opslaan abstineren; afslaan; afstaan; afwijzen; afwimpelen; bedanken; onthouden; overgeven
bevara bewaren; deponeren; opslaan behouden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; bewaren; conserveren; instandhouden; verduurzamen
förvara archiveren; bewaren; opbergen; opslaan behouden; bewaren; conserveren; stallen
hålla tillbaka onthouden; opnemen; opslaan afhouden; bedaren; bedwingen; beheersen; beletten; beteugelen; ervanaf houden; in bedwang houden; intomen; matigen; onderdrukken; ophopen; opkroppen; opstapelen; terughouden; weerhouden
lagra bewaren; deponeren; opslaan bewaren; opzij leggen; stallen; wegzetten
ordna archiveren; bewaren; opbergen; opslaan afspreken; arrangeren; bedisselen; bevelen; classificeren; dicteren; gebieden; gelasten; iets op touw zetten; iets regelen; in het gelid stellen; inrichten; installeren; op orde brengen; ordenen; rangeren; rangordenen; rangschikken; rechtmaken; regelen; reglementeren; scharen; schiften; schikken; sorteren; uitzoeken; voorschrijven
spara archiveren; bewaren; opbergen; opslaan achterhouden; behouden; besparen; bespreken; geld besparen; in acht nemen; matigen; minder gebruiken; ontzien; opsparen; opzijleggen; reis boeken; reserveren; sparen; terughouden; vastleggen; verschonen; zuinig zijn

Wiktionary: opslaan


Cross Translation:
FromToVia
opslaan spara save — to write a file to a disk
opslaan lagra; spara store — computing: write (something) into memory or registers
opslaan lagra stockerconserver en dépôt, entreposer.