Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. overrompelen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de overrompelen de neerlandés a sueco

overrompelen:

overrompelen verbo (overrompel, overrompelt, overrompelde, overrompelden, overrompeld)

  1. overrompelen (overvallen)
    överrumpla
    • överrumpla verbo (överrumplar, överrumplade, överrumplat)

Conjugaciones de overrompelen:

o.t.t.
  1. overrompel
  2. overrompelt
  3. overrompelt
  4. overrompelen
  5. overrompelen
  6. overrompelen
o.v.t.
  1. overrompelde
  2. overrompelde
  3. overrompelde
  4. overrompelden
  5. overrompelden
  6. overrompelden
v.t.t.
  1. heb overrompeld
  2. hebt overrompeld
  3. heeft overrompeld
  4. hebben overrompeld
  5. hebben overrompeld
  6. hebben overrompeld
v.v.t.
  1. had overrompeld
  2. had overrompeld
  3. had overrompeld
  4. hadden overrompeld
  5. hadden overrompeld
  6. hadden overrompeld
o.t.t.t.
  1. zal overrompelen
  2. zult overrompelen
  3. zal overrompelen
  4. zullen overrompelen
  5. zullen overrompelen
  6. zullen overrompelen
o.v.t.t.
  1. zou overrompelen
  2. zou overrompelen
  3. zou overrompelen
  4. zouden overrompelen
  5. zouden overrompelen
  6. zouden overrompelen
en verder
  1. ben overrompeld
  2. bent overrompeld
  3. is overrompeld
  4. zijn overrompeld
  5. zijn overrompeld
  6. zijn overrompeld
diversen
  1. overrompel!
  2. overrompelt!
  3. overrompeld
  4. overrompelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overrompelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
överrumpla overrompelen; overvallen

Wiktionary: overrompelen


Cross Translation:
FromToVia
overrompelen översvämma overrun — to infest, swarm over