Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. overtroeven:


Neerlandés

Traducciones detalladas de overtroeven de neerlandés a sueco

overtroeven:

overtroeven verbo (overtroef, overtroeft, overtroefde, overtroefden, overtroefd)

  1. overtroeven (aftroeven)
    sticka
    • sticka verbo (sticker, stack, stuckit)

Conjugaciones de overtroeven:

o.t.t.
  1. overtroef
  2. overtroeft
  3. overtroeft
  4. overtroeven
  5. overtroeven
  6. overtroeven
o.v.t.
  1. overtroefde
  2. overtroefde
  3. overtroefde
  4. overtroefden
  5. overtroefden
  6. overtroefden
v.t.t.
  1. heb overtroefd
  2. hebt overtroefd
  3. heeft overtroefd
  4. hebben overtroefd
  5. hebben overtroefd
  6. hebben overtroefd
v.v.t.
  1. had overtroefd
  2. had overtroefd
  3. had overtroefd
  4. hadden overtroefd
  5. hadden overtroefd
  6. hadden overtroefd
o.t.t.t.
  1. zal overtroeven
  2. zult overtroeven
  3. zal overtroeven
  4. zullen overtroeven
  5. zullen overtroeven
  6. zullen overtroeven
o.v.t.t.
  1. zou overtroeven
  2. zou overtroeven
  3. zou overtroeven
  4. zouden overtroeven
  5. zouden overtroeven
  6. zouden overtroeven
en verder
  1. ben overtroefd
  2. bent overtroefd
  3. is overtroefd
  4. zijn overtroefd
  5. zijn overtroefd
  6. zijn overtroefd
diversen
  1. overtroef!
  2. overtroeft!
  3. overtroefd
  4. overtroevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overtroeven [znw.] sustantivo

  1. overtroeven (aftroeven)

Translation Matrix for overtroeven:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
överträffande aftroeven; overtroeven
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
sticka aftroeven; overtroeven breien; doorprikken; een por geven; klitten; openprikken; opkrassen; porren; prikken; prikken in; samenplakken; steken; steken geven; stoten; voorsnijden