Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. plamuur:
  2. plamuren:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de plamuur de neerlandés a sueco

plamuur:

plamuur [de ~ (m)] sustantivo

  1. de plamuur (plamuursel)
    filler; fyllnadsmedel; plastspackel

Translation Matrix for plamuur:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
filler plamuur; plamuursel
fyllnadsmedel plamuur; plamuursel
plastspackel plamuur; plamuursel

Palabras relacionadas con "plamuur":


Wiktionary: plamuur


Cross Translation:
FromToVia
plamuur spackelfärg; spackel spackle — powder that when mixed with water forms a plastic paste

plamuur forma de plamuren:

plamuren verbo (plamuur, plamuurt, plamuurde, plamuurden, geplamuurd)

  1. plamuren
    grunda; putsa; kitta; fylla hål med puts
    • grunda verbo (grundar, grundade, grundat)
    • putsa verbo (putsar, putsade, putsat)
    • kitta verbo (kittar, kittade, kittat)
    • fylla hål med puts verbo (fyller hål med puts, fyllde hål med puts, fyllt hål med puts)

Conjugaciones de plamuren:

o.t.t.
  1. plamuur
  2. plamuurt
  3. plamuurt
  4. plamuren
  5. plamuren
  6. plamuren
o.v.t.
  1. plamuurde
  2. plamuurde
  3. plamuurde
  4. plamuurden
  5. plamuurden
  6. plamuurden
v.t.t.
  1. heb geplamuurd
  2. hebt geplamuurd
  3. heeft geplamuurd
  4. hebben geplamuurd
  5. hebben geplamuurd
  6. hebben geplamuurd
v.v.t.
  1. had geplamuurd
  2. had geplamuurd
  3. had geplamuurd
  4. hadden geplamuurd
  5. hadden geplamuurd
  6. hadden geplamuurd
o.t.t.t.
  1. zal plamuren
  2. zult plamuren
  3. zal plamuren
  4. zullen plamuren
  5. zullen plamuren
  6. zullen plamuren
o.v.t.t.
  1. zou plamuren
  2. zou plamuren
  3. zou plamuren
  4. zouden plamuren
  5. zouden plamuren
  6. zouden plamuren
en verder
  1. is geplamuurd
  2. zijn geplamuurd
diversen
  1. plamuur!
  2. plamuurt!
  3. geplamuurd
  4. plamurend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for plamuren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
fylla hål med puts plamuren
grunda plamuren gronden; grondverven; instellen; invoeren; oprichten; stichten
kitta plamuren
putsa plamuren bepleisteren; opblinken; oppoetsen; opwrijven; pleisteren; poetsen; stukadoren; van pleister voorzien; wrijven

Palabras relacionadas con "plamuren":


Definiciones relacionadas de "plamuren":

  1. putjes en scheurtjes opvullen1
    • je moet het hout eerst plamuren voor je het verft1