Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. port:
  2. porren:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de port de neerlandés a sueco

port:

port [de ~ (m)] sustantivo

  1. de port (bestelkosten)
    porto
    • porto [-ett] sustantivo

port [de ~ (m)] sustantivo

  1. de port

Translation Matrix for port:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
porto bestelkosten; port briefport; frankeerkosten; porto
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
posttaxa port

Palabras relacionadas con "port":

  • porten

Wiktionary: port


Cross Translation:
FromToVia
port portvin port — fortified wine
port portvin port wine — A type of fortified wine traditionally made in Portugal
port porto; befrielse affranchissementaction de rendre libre, action d'affranchir.

porren:

porren verbo (por, port, porde, porden, gepord)

  1. porren (een por geven; stoten)
    jabba; sticka; stöta; smocka till
    • jabba verbo (jabbar, jabbade, jabbat)
    • sticka verbo (sticker, stack, stuckit)
    • stöta verbo (stöter, stötte, stött)
    • smocka till verbo (smockar till, smockade till, smockat till)
  2. porren (aanjagen; aansporen; opjutten)
    påskynda; skjuta på
    • påskynda verbo (påskyndar, påskyndade, påskyndat)
    • skjuta på verbo (skjuter på, sköt på, skjutit på)

Conjugaciones de porren:

o.t.t.
  1. por
  2. port
  3. port
  4. porren
  5. porren
  6. porren
o.v.t.
  1. porde
  2. porde
  3. porde
  4. porden
  5. porden
  6. porden
v.t.t.
  1. heb gepord
  2. hebt gepord
  3. heeft gepord
  4. hebben gepord
  5. hebben gepord
  6. hebben gepord
v.v.t.
  1. had gepord
  2. had gepord
  3. had gepord
  4. hadden gepord
  5. hadden gepord
  6. hadden gepord
o.t.t.t.
  1. zal porren
  2. zult porren
  3. zal porren
  4. zullen porren
  5. zullen porren
  6. zullen porren
o.v.t.t.
  1. zou porren
  2. zou porren
  3. zou porren
  4. zouden porren
  5. zouden porren
  6. zouden porren
en verder
  1. ben gepord
  2. bent gepord
  3. is gepord
  4. zijn gepord
  5. zijn gepord
  6. zijn gepord
diversen
  1. por!
  2. port!
  3. gepord
  4. porrend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

porren [het ~] sustantivo

  1. het porren (aanstoten)
    petande

Translation Matrix for porren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
petande aanstoten; porren
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
jabba een por geven; porren; stoten
påskynda aanjagen; aansporen; opjutten; porren accelereren; bevorderen; gas geven; naar voren plaatsen; optrekken van auto; promoveren; vervroegen; vroeger uitvoeren dan gepland
skjuta på aanjagen; aansporen; opjutten; porren beschieten; bestoken; neerschieten; opschorten; opschuiven; rekken; schieten op; uitstellen; verschuiven; vertragen; voor zich uitschuiven
smocka till een por geven; porren; stoten
sticka een por geven; porren; stoten aftroeven; breien; doorprikken; klitten; openprikken; opkrassen; overtroeven; prikken; prikken in; samenplakken; steken; steken geven; voorsnijden
stöta een por geven; porren; stoten dringen; duwen; grijpen; kneuzen; toeslaan

Palabras relacionadas con "porren":


Wiktionary: porren


Cross Translation:
FromToVia
porren fingra; peta finger — to poke
porren peta poke — to jab with a pointed object such as a finger or a stick
porren puffa till stupsen — (umgangssprachlich) (transitiv) jemanden leicht anstoßen; mit dem Ellenbogen schubsen, um etwas zu signalisieren