Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. pulken:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de pulken de neerlandés a sueco

pulken:

pulken verbo (pulk, pulkt, pulkte, pulkten, gepulkt)

  1. pulken (peuteren)
    plocka
    • plocka verbo (plockar, plockade, plockat)

Conjugaciones de pulken:

o.t.t.
  1. pulk
  2. pulkt
  3. pulkt
  4. pulken
  5. pulken
  6. pulken
o.v.t.
  1. pulkte
  2. pulkte
  3. pulkte
  4. pulkten
  5. pulkten
  6. pulkten
v.t.t.
  1. heb gepulkt
  2. hebt gepulkt
  3. heeft gepulkt
  4. hebben gepulkt
  5. hebben gepulkt
  6. hebben gepulkt
v.v.t.
  1. had gepulkt
  2. had gepulkt
  3. had gepulkt
  4. hadden gepulkt
  5. hadden gepulkt
  6. hadden gepulkt
o.t.t.t.
  1. zal pulken
  2. zult pulken
  3. zal pulken
  4. zullen pulken
  5. zullen pulken
  6. zullen pulken
o.v.t.t.
  1. zou pulken
  2. zou pulken
  3. zou pulken
  4. zouden pulken
  5. zouden pulken
  6. zouden pulken
diversen
  1. pulk!
  2. pulkt!
  3. gepulkt
  4. pulkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for pulken:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
plocka peuteren; pulken afplukken; binnen halen; oogsten; orderverzamelen; plukken

Wiktionary: pulken


Cross Translation:
FromToVia
pulken peta näsan; peta i näsan ↔ pick one's nose — to engage in nose-picking