Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. reces:


Neerlandés

Traducciones detalladas de reces de neerlandés a sueco

reces:

reces [het ~] sustantivo

  1. het reces
    avbrott; paus; ferier; parlamentsuppehåll

Translation Matrix for reces:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
avbrott reces IRQ; breuk; interrupt; interruptaanvraag; interruptie; onderbreken; onderbreking; pauze; speelkwartier; storing; tussenpoos; verbreken; verbreking; verderf
ferier reces feestdagen
parlamentsuppehåll reces
paus reces halt; intermezzo; onderbreken; onderbreking; pauze; rust; rustpauze; rustpoos; ruststand; rusttijd; steuntje; tussenpoos; tussenpozen; tussenspel; verbreken; verpozing

Palabras relacionadas con "reces":

  • recessen