Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. reiken:


Neerlandés

Traducciones detalladas de reiken de neerlandés a sueco

reiken:

reiken verbo (reik, reikt, reikte, reikten, gereikt)

  1. reiken (komen tot)
    ge; ; räcka; sträcka
    • ge verbo (ger, gav, givit)
    • verbo (når, nådde, nått)
    • räcka verbo (räcker, räckte, räckt)
    • sträcka verbo (sträcker, sträckte, sträckt)
  2. reiken (aanreiken; geven; aangeven)
    skicka; räcka
    • skicka verbo (skickar, skickade, skickat)
    • räcka verbo (räcker, räckte, räckt)

Conjugaciones de reiken:

o.t.t.
  1. reik
  2. reikt
  3. reikt
  4. reiken
  5. reiken
  6. reiken
o.v.t.
  1. reikte
  2. reikte
  3. reikte
  4. reikten
  5. reikten
  6. reikten
v.t.t.
  1. heb gereikt
  2. hebt gereikt
  3. heeft gereikt
  4. hebben gereikt
  5. hebben gereikt
  6. hebben gereikt
v.v.t.
  1. had gereikt
  2. had gereikt
  3. had gereikt
  4. hadden gereikt
  5. hadden gereikt
  6. hadden gereikt
o.t.t.t.
  1. zal reiken
  2. zult reiken
  3. zal reiken
  4. zullen reiken
  5. zullen reiken
  6. zullen reiken
o.v.t.t.
  1. zou reiken
  2. zou reiken
  3. zou reiken
  4. zouden reiken
  5. zouden reiken
  6. zouden reiken
diversen
  1. reik!
  2. reikt!
  3. gereikt
  4. reikend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for reiken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
räcka aaneenschakeling; gelid; keten; reeks; rij; samentrekking; samenvoeging; serie
skicka verzending
sträcka afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg; wegvak
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ge komen tot; reiken aangeven; aanreiken; afgeven; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; doneren; geven; leveren; overgeven; overhandigen; rondbrengen; schenken; thuisbezorgen; toesteken
komen tot; reiken bereiken; doordringen; penetreren in
räcka aangeven; aanreiken; geven; komen tot; reiken aanbieden; aanreiken; genoeg zijn; geven; toereikend zijn; voldoende zijn
skicka aangeven; aanreiken; geven; reiken aanbieden; aanleveren; aanreiken; afleveren; bezorgen; brengen; geven; leveren; opsturen; overhandigen; posten; sturen; toeleveren; toezenden; versturen; verzenden; wegsturen; wegzenden; zenden
sträcka komen tot; reiken bespannen; disloqueren; ontwrichten; oprekken; opspannen; rekken; spannen; uit het lid brengen; uitrekken

Traducciones relacionadas de reiken