Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. reisdoel:


Neerlandés

Traducciones detalladas de reisdoel de neerlandés a sueco

reisdoel:

reisdoel [het ~] sustantivo

  1. het reisdoel (bestemming)
    bestämmelse; mål; ändamål; bestämmelseort

Translation Matrix for reisdoel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bestämmelse bestemming; reisdoel beding; regelgeving; regularisatie; richtlijn; richtsnoer; voorschrift; voorwaarde
bestämmelseort bestemming; reisdoel
mål bestemming; reisdoel doel; doel-; doeleinde; doelpunt; doelschijf; doelstelling; doeltrap; doelvoorziening; einddoel; geding; goal; inzet; procedure; proces; rechtsgeding; rechtszaak; streven; toeleg; treffer
ändamål bestemming; reisdoel doel; einddoel; oogmerk

Palabras relacionadas con "reisdoel":

  • reisdoelen