Neerlandés

Traducciones detalladas de rek de neerlandés a sueco

rek:

rek [de ~ (m)] sustantivo

  1. de rek (rekbaarheid; veerkracht)
    elastiskt
  2. de rek (stelling; stellage; latwerk)
    ställ; ställning
  3. de rek (droogrek)
    torkställ
  4. de rek (veerkracht; spankracht)
    elasticitet; töjbarhet

rek

  1. rek
    ställning

Translation Matrix for rek:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
elasticitet rek; spankracht; veerkracht elasticiteit; incasseringsvermogen; veerkracht; weerstand; weerstandsvermogen
elastiskt rek; rekbaarheid; veerkracht
ställ latwerk; rek; stellage; stelling pijnbank
ställning latwerk; rek; stellage; stelling bewering; hefinstallatie; houding; ligging; pijnbank; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema
torkställ droogrek; rek
töjbarhet rek; spankracht; veerkracht
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
elastiskt elastisch; rekbaar; veerkrachtig; verend

Palabras relacionadas con "rek":

  • rekken, reken, rekje, rekjes

Wiktionary: rek


Cross Translation:
FromToVia
rek ställ; ställning; stativ Gestell — Einrichtungsgegenstand, meist aus Brettern und Trägern (Leisten, Latten), der als Ablage dient
rek hylla shelf — structure

rek forma de rekken:

rekken verbo (rek, rekt, rekte, rekten, gerekt)

  1. rekken (oprekken)
    sträcka; dra; stretcha; sträcka på sig
    • sträcka verbo (sträcker, sträckte, sträckt)
    • dra verbo (drar, drog, dragit)
    • stretcha verbo (stretchar, stretchade, stretchat)
    • sträcka på sig verbo (sträcker på sig, sträckte på sig, sträckt på sig)
  2. rekken (voor zich uitschuiven; uitstellen; verschuiven; )
    skjuta på; senarelägga
    • skjuta på verbo (skjuter på, sköt på, skjutit på)
    • senarelägga verbo (senarelägger, senarela, senarelagt)
  3. rekken (uitstrekken)
    sträcka ut
    • sträcka ut verbo (sträcker ut, sträckte ut, sträckt ut)
  4. rekken (vertragen; temporiseren)
    hämma; försena; retardera; uppehålla; bromsa; förhala; försinka; fördröja
    • hämma verbo (hämmar, hämmade, hämmat)
    • försena verbo (försenar, försenade, försenat)
    • retardera verbo (retarderar, retarderade, retarderat)
    • uppehålla verbo (uppehåller, uppehöll, uppehållit)
    • bromsa verbo (bromsar, bromsade, bromsat)
    • förhala verbo (förhalar, förhalade, förhalat)
    • försinka verbo (försinkar, försinkade, försinkat)
    • fördröja verbo (fördröjer, fördröjde, fördröjt)

Conjugaciones de rekken:

o.t.t.
  1. rek
  2. rekt
  3. rekt
  4. rekken
  5. rekken
  6. rekken
o.v.t.
  1. rekte
  2. rekte
  3. rekte
  4. rekten
  5. rekten
  6. rekten
v.t.t.
  1. heb gerekt
  2. hebt gerekt
  3. heeft gerekt
  4. hebben gerekt
  5. hebben gerekt
  6. hebben gerekt
v.v.t.
  1. had gerekt
  2. had gerekt
  3. had gerekt
  4. hadden gerekt
  5. hadden gerekt
  6. hadden gerekt
o.t.t.t.
  1. zal rekken
  2. zult rekken
  3. zal rekken
  4. zullen rekken
  5. zullen rekken
  6. zullen rekken
o.v.t.t.
  1. zou rekken
  2. zou rekken
  3. zou rekken
  4. zouden rekken
  5. zouden rekken
  6. zouden rekken
diversen
  1. rek!
  2. rekt!
  3. gerekt
  4. rekkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rekken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
sträcka afstand; baan; baanvak; etappe; pad; ronde; route; tournee; traject; weg; wegvak
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bromsa rekken; temporiseren; vertragen beheersen; beteugelen; intomen
dra oprekken; rekken aanslepen; eruit halen; inrukken; opdonderen; ophoepelen; opkrassen; oplazeren; sjorren; slepen; te voorschijn trekken
fördröja rekken; temporiseren; vertragen aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; ophouden; talmen; temporiseren; teuten; treuzelen; vertragen; zaniken; zeiken; zeuren
förhala rekken; temporiseren; vertragen
försena rekken; temporiseren; vertragen
försinka rekken; temporiseren; vertragen
hämma rekken; temporiseren; vertragen belemmeren; beletten; halt houden; hinderen; lenen; onmogelijk maken; ontlenen; ophouden; remmen; stelpen; stillen; stopzetten; storen; tegenhouden; tot staan brengen; verhinderen
retardera rekken; temporiseren; vertragen
senarelägga opschorten; opschuiven; rekken; uitstellen; verschuiven; vertragen; voor zich uitschuiven
skjuta på opschorten; opschuiven; rekken; uitstellen; verschuiven; vertragen; voor zich uitschuiven aanjagen; aansporen; beschieten; bestoken; neerschieten; opjutten; porren; schieten op
stretcha oprekken; rekken strekken
sträcka oprekken; rekken bespannen; disloqueren; komen tot; ontwrichten; opspannen; reiken; spannen; uit het lid brengen; uitrekken
sträcka på sig oprekken; rekken zich omhoogtrekken; zich optrekken aan
sträcka ut rekken; uitstrekken strekken; uitrekken; verlengen
uppehålla rekken; temporiseren; vertragen aarzelen; behouden; dralen; drentelen; druilen; hannesen; in stand houden; onderhouden; ophouden; talmen; temporiseren; teuten; treuzelen; vertragen; zaniken; zeiken; zeuren

Palabras relacionadas con "rekken":


Wiktionary: rekken


Cross Translation:
FromToVia
rekken förlänga allonger — Traductions à trier suivant le sens
rekken förlänga prolongerfaire durer plus longtemps.
rekken förstora étendre — Traductions à trier suivant le sens

Traducciones relacionadas de rek