Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. rubriceren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de rubriceren de neerlandés a sueco

rubriceren:

rubriceren verbo (rubriceer, rubriceert, rubriceerde, rubriceerden, gerubriceerd)

  1. rubriceren
    klassificera; indela i klasser
    • klassificera verbo (klassificerar, klassificerade, klassificerat)
    • indela i klasser verbo (indelar i klasser, indelade i klasser, indelat i klasser)

Conjugaciones de rubriceren:

o.t.t.
  1. rubriceer
  2. rubriceert
  3. rubriceert
  4. rubriceren
  5. rubriceren
  6. rubriceren
o.v.t.
  1. rubriceerde
  2. rubriceerde
  3. rubriceerde
  4. rubriceerden
  5. rubriceerden
  6. rubriceerden
v.t.t.
  1. heb gerubriceerd
  2. hebt gerubriceerd
  3. heeft gerubriceerd
  4. hebben gerubriceerd
  5. hebben gerubriceerd
  6. hebben gerubriceerd
v.v.t.
  1. had gerubriceerd
  2. had gerubriceerd
  3. had gerubriceerd
  4. hadden gerubriceerd
  5. hadden gerubriceerd
  6. hadden gerubriceerd
o.t.t.t.
  1. zal rubriceren
  2. zult rubriceren
  3. zal rubriceren
  4. zullen rubriceren
  5. zullen rubriceren
  6. zullen rubriceren
o.v.t.t.
  1. zou rubriceren
  2. zou rubriceren
  3. zou rubriceren
  4. zouden rubriceren
  5. zouden rubriceren
  6. zouden rubriceren
en verder
  1. ben gerubriceerd
  2. bent gerubriceerd
  3. is gerubriceerd
  4. zijn gerubriceerd
  5. zijn gerubriceerd
  6. zijn gerubriceerd
diversen
  1. rubriceer!
  2. rubriceert!
  3. gerubriceerd
  4. rubricerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rubriceren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
klassificera rangschikken; rangschikking
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
indela i klasser rubriceren
klassificera rubriceren ficheren; indelen bij; klasseren

Traducciones automáticas externas: