Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. starheid:
  2. star:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de starheid de neerlandés a sueco

starheid:

starheid [de ~ (v)] sustantivo

  1. de starheid (stijfheid; stugheid; strafheid; stuursheid)
    styvhet; rigiditet; stelhet
  2. de starheid (houterigheid; harkerigheid)
    stelhet; styvhet

Translation Matrix for starheid:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
rigiditet starheid; stijfheid; strafheid; stugheid; stuursheid
stelhet harkerigheid; houterigheid; starheid; stijfheid; strafheid; stugheid; stuursheid bokkigheid; stijfte; zetmeel
styvhet harkerigheid; houterigheid; starheid; stijfheid; strafheid; stugheid; stuursheid

Palabras relacionadas con "starheid":


starheid forma de star:

star adj.

  1. star (verstard; strak)

Translation Matrix for star:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
stelnad star; strak; verstard geronnen; gestold; gestremd

Palabras relacionadas con "star":


Wiktionary: star


Cross Translation:
FromToVia
star styv rigide — Qui ne fléchir pas.