Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. uit elkaar vallen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de uit elkaar vallen de neerlandés a sueco

uit elkaar vallen:

uit elkaar vallen verbo (val uit elkaar, valt uit elkaar, viel uit elkaar, vielen uit elkaar, uit elkaar gevallen)

  1. uit elkaar vallen (desintegreren; uiteenvallen)
    kollapsa; smulas sönder; upplösas; desintegrera
    • kollapsa verbo (kollapsar, kollapsade, kollapsat)
    • smulas sönder verbo (smulas sönder, smulades sönder, smulats sönder)
    • upplösas verbo (upplösar, upplösade, upplösat)
    • desintegrera verbo (desintegrerar, desintegrerade, desintegrerat)

Conjugaciones de uit elkaar vallen:

o.t.t.
  1. val uit elkaar
  2. valt uit elkaar
  3. valt uit elkaar
  4. vallen uit elkaar
  5. vallen uit elkaar
  6. vallen uit elkaar
o.v.t.
  1. viel uit elkaar
  2. viel uit elkaar
  3. viel uit elkaar
  4. vielen uit elkaar
  5. vielen uit elkaar
  6. vielen uit elkaar
v.t.t.
  1. ben uit elkaar gevallen
  2. bent uit elkaar gevallen
  3. is uit elkaar gevallen
  4. zijn uit elkaar gevallen
  5. zijn uit elkaar gevallen
  6. zijn uit elkaar gevallen
v.v.t.
  1. was uit elkaar gevallen
  2. was uit elkaar gevallen
  3. was uit elkaar gevallen
  4. waren uit elkaar gevallen
  5. waren uit elkaar gevallen
  6. waren uit elkaar gevallen
o.t.t.t.
  1. zal uit elkaar vallen
  2. zult uit elkaar vallen
  3. zal uit elkaar vallen
  4. zullen uit elkaar vallen
  5. zullen uit elkaar vallen
  6. zullen uit elkaar vallen
o.v.t.t.
  1. zou uit elkaar vallen
  2. zou uit elkaar vallen
  3. zou uit elkaar vallen
  4. zouden uit elkaar vallen
  5. zouden uit elkaar vallen
  6. zouden uit elkaar vallen
diversen
  1. val uit elkaar!
  2. valt uit elkaar!
  3. uit elkaar gevallen
  4. uit elkaar vallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uit elkaar vallen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
kollapsa instorting; neervallen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
desintegrera desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen
kollapsa desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen afleggen; bezwijken; het onderspit delven; in elkaar storten; in elkaar zakken; in elkaar zinken; ineenstorten; ineenzakken; ineenzijgen; instorten; invallen; inzakken; inzinken; omlaagstorten; ten gronde gaan; tenondergaan; vallen; verzakken
smulas sönder desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen
upplösas desintegreren; uit elkaar vallen; uiteenvallen

Traducciones relacionadas de uit elkaar vallen