Resumen


Neerlandés

Traducciones detalladas de verklappen de neerlandés a sueco

verklappen:

verklappen verbo (verklap, verklapt, verklapte, verklapten, verklapt)

  1. verklappen (klikken)
    berätta sagor; fördöma
    • berätta sagor verbo (berättar sagor, berättade sagor, berättat sagor)
    • fördöma verbo (fördömer, fördömde, fördömt)
  2. verklappen (verklikken; verraden; klikken; verlinken)
    avslöja; ange; skvallra; tjalla
    • avslöja verbo (avslöjer, avslöjde, avslöjt)
    • ange verbo (anger, angav, angivit)
    • skvallra verbo (skvallrar, skvallrade, skvallrat)
    • tjalla verbo (tjallar, tjallade, tjallat)
  3. verklappen (verraden; doorslaan)
    skvallra; babbla; pladdra; låta undfalla sig
    • skvallra verbo (skvallrar, skvallrade, skvallrat)
    • babbla verbo (babblar, babblade, babblat)
    • pladdra verbo (pladdrar, pladdrade, pladdrat)
    • låta undfalla sig verbo (låter undfalla sig, lät undfalla sig, låtit undfalla sig)
  4. verklappen (verraden; uitbrengen; verklikken; )
    förråda; ange; skvallra på
    • förråda verbo (förråder, förrådde, förrått)
    • ange verbo (anger, angav, angivit)
    • skvallra på verbo (skvallrar på, skvallrade på, skvallrat på)

Conjugaciones de verklappen:

o.t.t.
  1. verklap
  2. verklapt
  3. verklapt
  4. verklappen
  5. verklappen
  6. verklappen
o.v.t.
  1. verklapte
  2. verklapte
  3. verklapte
  4. verklapten
  5. verklapten
  6. verklapten
v.t.t.
  1. heb verklapt
  2. hebt verklapt
  3. heeft verklapt
  4. hebben verklapt
  5. hebben verklapt
  6. hebben verklapt
v.v.t.
  1. had verklapt
  2. had verklapt
  3. had verklapt
  4. hadden verklapt
  5. hadden verklapt
  6. hadden verklapt
o.t.t.t.
  1. zal verklappen
  2. zult verklappen
  3. zal verklappen
  4. zullen verklappen
  5. zullen verklappen
  6. zullen verklappen
o.v.t.t.
  1. zou verklappen
  2. zou verklappen
  3. zou verklappen
  4. zouden verklappen
  5. zouden verklappen
  6. zouden verklappen
diversen
  1. verklap!
  2. verklapt!
  3. verklapt
  4. verklappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verklappen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
babbla prietpraat
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ange aanbrengen; aangeven; klikken; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden een lijst maken; invoeren; opnemen in een lijst
avslöja klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden bloot leggen; blootleggen; ontdekken; onthullen; ontmaskeren; ontplooien; ontpoppen; ontpoppen als; ontsluieren; ontwaren; openen; openstellen; opsporen; reveleren; toegankelijk maken; uiteenvouwen; vrijgeven
babbla doorslaan; verklappen; verraden bazelen; brabbelen; eruit flappen; krompraten; lallen; overbrieven; raffelen; uit de school klappen; uitflappen; uitklappen; verklikken; wauwelen
berätta sagor klikken; verklappen
fördöma klikken; verklappen afkeuren; ongeschikt verklaren; slecht voorstellen; verdoemen; verketteren; veroordelen; veroordelen tot de hel; vervloeken; verwensen; vonnissen
förråda aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
låta undfalla sig doorslaan; verklappen; verraden
pladdra doorslaan; verklappen; verraden babbelen; bazelen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; lallen; overbrieven; praten; raffelen; snateren; spreken; uit de school klappen; verklikken; wauwelen; zwammen
skvallra doorslaan; klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden doorgeven; doorspelen; doorvertellen; flappen; rondbrieven; rondvertellen
skvallra på aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
tjalla klikken; verklappen; verklikken; verlinken; verraden

Wiktionary: verklappen


Cross Translation:
FromToVia
verklappen trumpeta ut; basunera ausposaunen — eine Äußerung tätigen, die nicht für die Öffentlichkeit bestimmt war