Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. voorgevallen:
  2. voorvallen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de voorgevallen de neerlandés a sueco

voorgevallen:

voorgevallen adj.

  1. voorgevallen
    hände

Translation Matrix for voorgevallen:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
hände voorgevallen

voorvallen:

voorvallen verbo (val voor, valt voor, viel voor, vielen voor, voorgevallen)

  1. voorvallen (gebeuren; voordoen; plaatsvinden; plaats hebben; passeren)
    förekomma; uppträda; finnas
    • förekomma verbo (förekommer, förekom, förekommit)
    • uppträda verbo (uppträder, uppträdde, uppträtt)
    • finnas verbo (finnas, fanns, funnits)

Conjugaciones de voorvallen:

o.t.t.
  1. val voor
  2. valt voor
  3. valt voor
  4. vallen voor
  5. vallen voor
  6. vallen voor
o.v.t.
  1. viel voor
  2. viel voor
  3. viel voor
  4. vielen voor
  5. vielen voor
  6. vielen voor
v.t.t.
  1. ben voorgevallen
  2. bent voorgevallen
  3. is voorgevallen
  4. zijn voorgevallen
  5. zijn voorgevallen
  6. zijn voorgevallen
v.v.t.
  1. was voorgevallen
  2. was voorgevallen
  3. was voorgevallen
  4. waren voorgevallen
  5. waren voorgevallen
  6. waren voorgevallen
o.t.t.t.
  1. zal voorvallen
  2. zult voorvallen
  3. zal voorvallen
  4. zullen voorvallen
  5. zullen voorvallen
  6. zullen voorvallen
o.v.t.t.
  1. zou voorvallen
  2. zou voorvallen
  3. zou voorvallen
  4. zouden voorvallen
  5. zouden voorvallen
  6. zouden voorvallen
diversen
  1. val voor!
  2. valt voor!
  3. voorgevallen
  4. voorvallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

voorvallen [de ~] sustantivo, plural

  1. de voorvallen (incidenten; gebeurtenissen)
    händelse; incident

Translation Matrix for voorvallen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
händelse gebeurtenissen; incidenten; voorvallen feit; gebeurtenis; incident; plaatsvinden; programmagebeurtenis; voorval; zaakje
incident gebeurtenissen; incidenten; voorvallen incident; zaakje
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
finnas gebeuren; passeren; plaats hebben; plaatsvinden; voordoen; voorvallen bestaan; existeren; leven; zijn
förekomma gebeuren; passeren; plaats hebben; plaatsvinden; voordoen; voorvallen
uppträda gebeuren; passeren; plaats hebben; plaatsvinden; voordoen; voorvallen acteren; opgevoerd worden; optreden; performen; spelen; toneelspelen

Palabras relacionadas con "voorvallen":