Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. voorschoot:
  2. voorschieten:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de voorschoot de neerlandés a sueco

voorschoot:

voorschoot [de ~ (m)] sustantivo

  1. de voorschoot (schort; sloof; werkschort; schortje)
    förkläde

Translation Matrix for voorschoot:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
förkläde schort; schortje; sloof; voorschoot; werkschort overgooier

Palabras relacionadas con "voorschoot":


voorschoot forma de voorschieten:

voorschieten verbo (schiet voor, schoot voor, schoten voor, voorgeschoten)

  1. voorschieten
    avancera; närma sig; flytta framåt
    • avancera verbo (avancerar, avancerade, avancerat)
    • närma sig verbo (närmar sig, närmade sig, närmat sig)
    • flytta framåt verbo (flyttar framåt, flyttade framåt, flyttat framåt)

Conjugaciones de voorschieten:

o.t.t.
  1. schiet voor
  2. schiet voor
  3. schiet voor
  4. schieten voor
  5. schieten voor
  6. schieten voor
o.v.t.
  1. schoot voor
  2. schoot voor
  3. schoot voor
  4. schoten voor
  5. schoten voor
  6. schoten voor
v.t.t.
  1. heb voorgeschoten
  2. hebt voorgeschoten
  3. heeft voorgeschoten
  4. hebben voorgeschoten
  5. hebben voorgeschoten
  6. hebben voorgeschoten
v.v.t.
  1. had voorgeschoten
  2. had voorgeschoten
  3. had voorgeschoten
  4. hadden voorgeschoten
  5. hadden voorgeschoten
  6. hadden voorgeschoten
o.t.t.t.
  1. zal voorschieten
  2. zult voorschieten
  3. zal voorschieten
  4. zullen voorschieten
  5. zullen voorschieten
  6. zullen voorschieten
o.v.t.t.
  1. zou voorschieten
  2. zou voorschieten
  3. zou voorschieten
  4. zouden voorschieten
  5. zouden voorschieten
  6. zouden voorschieten
diversen
  1. schiet voor!
  2. schiet voor!
  3. voorgeschoten
  4. voorschietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for voorschieten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
avancera voorschieten avanceren; bevorderd worden; helpen; hogerop komen; naderen; promoten; tegemoetkomen; toenaderen; voorwaarts gaan; zich opwerken
flytta framåt voorschieten
närma sig voorschieten benaderen; naderen; tegemoetkomen; toenaderen

Wiktionary: voorschieten


Cross Translation:
FromToVia
voorschieten förskottera advance — to furnish, as money or other value, before it becomes due