Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. wegzuigen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de wegzuigen de neerlandés a sueco

wegzuigen:

wegzuigen verbo (zuig weg, zuigt weg, zoog weg, zogen weg, weggezogen)

  1. wegzuigen (afzuigen; opzuigen)
    suga upp
    • suga upp verbo (suger upp, sög upp, sugit upp)

Conjugaciones de wegzuigen:

o.t.t.
  1. zuig weg
  2. zuigt weg
  3. zuigt weg
  4. zuigen weg
  5. zuigen weg
  6. zuigen weg
o.v.t.
  1. zoog weg
  2. zoog weg
  3. zoog weg
  4. zogen weg
  5. zogen weg
  6. zogen weg
v.t.t.
  1. heb weggezogen
  2. hebt weggezogen
  3. heeft weggezogen
  4. hebben weggezogen
  5. hebben weggezogen
  6. hebben weggezogen
v.v.t.
  1. had weggezogen
  2. had weggezogen
  3. had weggezogen
  4. hadden weggezogen
  5. hadden weggezogen
  6. hadden weggezogen
o.t.t.t.
  1. zal wegzuigen
  2. zult wegzuigen
  3. zal wegzuigen
  4. zullen wegzuigen
  5. zullen wegzuigen
  6. zullen wegzuigen
o.v.t.t.
  1. zou wegzuigen
  2. zou wegzuigen
  3. zou wegzuigen
  4. zouden wegzuigen
  5. zouden wegzuigen
  6. zouden wegzuigen
diversen
  1. zuig weg!
  2. zuigt weg!
  3. weggezogen
  4. wegzuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wegzuigen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
suga upp afzuigen; opzuigen; wegzuigen absorberen; inzuigen; naar binnen zuigen; opnemen; opslorpen; opslurpen