Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. wikkelen:
  2. wikkel:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de wikkelen de neerlandés a sueco

wikkelen:

wikkelen verbo (wikkel, wikkelt, wikkelde, wikkelden, gewikkeld)

  1. wikkelen
    inveckla; omsvepa
    • inveckla verbo (invecklar, invecklade, invecklat)
    • omsvepa verbo (omsvepar, omsvepade, omsvepat)

Conjugaciones de wikkelen:

o.t.t.
  1. wikkel
  2. wikkelt
  3. wikkelt
  4. wikkelen
  5. wikkelen
  6. wikkelen
o.v.t.
  1. wikkelde
  2. wikkelde
  3. wikkelde
  4. wikkelden
  5. wikkelden
  6. wikkelden
v.t.t.
  1. heb gewikkeld
  2. hebt gewikkeld
  3. heeft gewikkeld
  4. hebben gewikkeld
  5. hebben gewikkeld
  6. hebben gewikkeld
v.v.t.
  1. had gewikkeld
  2. had gewikkeld
  3. had gewikkeld
  4. hadden gewikkeld
  5. hadden gewikkeld
  6. hadden gewikkeld
o.t.t.t.
  1. zal wikkelen
  2. zult wikkelen
  3. zal wikkelen
  4. zullen wikkelen
  5. zullen wikkelen
  6. zullen wikkelen
o.v.t.t.
  1. zou wikkelen
  2. zou wikkelen
  3. zou wikkelen
  4. zouden wikkelen
  5. zouden wikkelen
  6. zouden wikkelen
diversen
  1. wikkel!
  2. wikkelt!
  3. gewikkeld
  4. wikkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wikkelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
inveckla wikkelen verwikkelen
omsvepa wikkelen

Palabras relacionadas con "wikkelen":


Wiktionary: wikkelen


Cross Translation:
FromToVia
wikkelen vinda; rulla upp wind — turn coils of something around

wikkelen forma de wikkel:

wikkel [de ~ (m)] sustantivo

  1. de wikkel (enveloppe; couvert; omslag)
    kuvert

Translation Matrix for wikkel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
kuvert couvert; enveloppe; omslag; wikkel briefomslag; couverts; envelop; enveloppen

Palabras relacionadas con "wikkel":