Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. zwemen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de zwemen de neerlandés a sueco

zwemen:

zwemen [znw.] sustantivo

  1. zwemen (wazen)
    skuggor; spillror

zwemen verbo (zweem, zweemt, zweemde, zweemden, gezweemd)

  1. zwemen (toeneigen; tenderen naar)
    niga till
    • niga till verbo (nigar till, nigade till, nigat till)

Conjugaciones de zwemen:

o.t.t.
  1. zweem
  2. zweemt
  3. zweemt
  4. zwemen
  5. zwemen
  6. zwemen
o.v.t.
  1. zweemde
  2. zweemde
  3. zweemde
  4. zweemden
  5. zweemden
  6. zweemden
v.t.t.
  1. heb gezweemd
  2. hebt gezweemd
  3. heeft gezweemd
  4. hebben gezweemd
  5. hebben gezweemd
  6. hebben gezweemd
v.v.t.
  1. had gezweemd
  2. had gezweemd
  3. had gezweemd
  4. hadden gezweemd
  5. hadden gezweemd
  6. hadden gezweemd
o.t.t.t.
  1. zal zwemen
  2. zult zwemen
  3. zal zwemen
  4. zullen zwemen
  5. zullen zwemen
  6. zullen zwemen
o.v.t.t.
  1. zou zwemen
  2. zou zwemen
  3. zou zwemen
  4. zouden zwemen
  5. zouden zwemen
  6. zouden zwemen
diversen
  1. zweem!
  2. zweemt!
  3. gezweemd
  4. zwemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for zwemen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
skuggor wazen; zwemen schaduwbeelden; schimmen; silhouetten
spillror wazen; zwemen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
niga till tenderen naar; toeneigen; zwemen neigen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar

Palabras relacionadas con "zwemen":