Resumen
Neerlandés a inglés:   más información...
  1. uitgekiend:
  2. uitkienen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de uitgekiend de neerlandés a inglés

uitgekiend:

uitgekiend adj.

  1. uitgekiend (spitsvondig; scherpzinnig)
    astute; resourceful; crafty; clever; shrewd; wily; smart; sly

Translation Matrix for uitgekiend:

AdjectiveTraducciones relacionadasOther Translations
astute scherpzinnig; spitsvondig; uitgekiend adrem; bijdehand; clever; gevat; kien; pienter; raak; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen
clever scherpzinnig; spitsvondig; uitgekiend adrem; bedachtzaam; bijdehand; briljant; clever; correct; doordacht; gehaaid; geleerd; geniaal; gevat; gewiekst; gis; ingenieus; intelligent; kien; knap; kundig; kunstig; nadenkend; pienter; raadzaam; raak; rap; scherpzinnig; schrander; slim; snedig; snel; snugger; uitgeslapen; vaardig; vernuftig; verstandig; vindingrijk; vlot; vlug; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
resourceful scherpzinnig; spitsvondig; uitgekiend adrem; bijdehand; geniaal; gevat; inventief; raak; snedig; vernuftig; vindingrijk
shrewd scherpzinnig; spitsvondig; uitgekiend achterbaks; berekenend; bij de pinken; clever; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; goochem; kien; leep; listig; pienter; schrander; slim; slinks; sluw; snood; snugger; stiekem; uitgekookt; uitgeslapen
smart scherpzinnig; spitsvondig; uitgekiend adrem; alert; bedachtzaam; bij de pinken; bijdehand; chic; clever; correct; doordacht; elegant; esthetisch; gehaaid; geleerd; gelikt; gevat; gewiekst; gis; goochem; intelligent; kien; kittig; knap; leuk om te zien; modieuze verfijning; nadenkend; oplettend; picobello; piekfijn; pienter; raadzaam; raak; schrander; slim; smaakvol; snedig; snugger; stijlvol; tiptop; uitgeslapen; verfijnd; verstandig; wakker; weldenkend; wijs; wijselijk; zinnig
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
crafty scherpzinnig; spitsvondig; uitgekiend clever; kien; pienter; schrander; slim; snugger; uitgeslapen
sly scherpzinnig; spitsvondig; uitgekiend achterbaks; arglistig; berekenend; bij de pinken; clever; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gluiperig; goochem; kien; leep; link; listig; loos; pesterig; pienter; schrander; slim; slinks; sluw; snood; snugger; stiekem; uitgekookt; uitgeslapen; vrij; zonder taak
wily scherpzinnig; spitsvondig; uitgekiend adrem; bij de pinken; bijdehand; clever; gevat; goochem; kien; pienter; raak; schrander; slim; snedig; snugger; uitgeslapen

Palabras relacionadas con "uitgekiend":

  • uitgekiende

uitkienen:

uitkienen verbo (kien uit, kient uit, kiende uit, kienden uit, uitgekiend)

  1. uitkienen (uitknobbelen; uitdenken; uitdokteren)
    to figure out; to puzzle out
    • figure out verbo (figures out, figured out, figuring out)
    • puzzle out verbo (puzzles out, puzzled out, puzzling out)

Conjugaciones de uitkienen:

o.t.t.
  1. kien uit
  2. kient uit
  3. kient uit
  4. kienen uit
  5. kienen uit
  6. kienen uit
o.v.t.
  1. kiende uit
  2. kiende uit
  3. kiende uit
  4. kienden uit
  5. kienden uit
  6. kienden uit
v.t.t.
  1. heb uitgekiend
  2. hebt uitgekiend
  3. heeft uitgekiend
  4. hebben uitgekiend
  5. hebben uitgekiend
  6. hebben uitgekiend
v.v.t.
  1. had uitgekiend
  2. had uitgekiend
  3. had uitgekiend
  4. hadden uitgekiend
  5. hadden uitgekiend
  6. hadden uitgekiend
o.t.t.t.
  1. zal uitkienen
  2. zult uitkienen
  3. zal uitkienen
  4. zullen uitkienen
  5. zullen uitkienen
  6. zullen uitkienen
o.v.t.t.
  1. zou uitkienen
  2. zou uitkienen
  3. zou uitkienen
  4. zouden uitkienen
  5. zouden uitkienen
  6. zouden uitkienen
en verder
  1. ben uitgekiend
  2. bent uitgekiend
  3. is uitgekiend
  4. zijn uitgekiend
  5. zijn uitgekiend
  6. zijn uitgekiend
diversen
  1. kien uit!
  2. kient uit!
  3. uitgekiend
  4. uitkienend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitkienen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
figure out uitdenken; uitdokteren; uitkienen; uitknobbelen becijferen; berekenen; calculeren; ramen; schatten; uitrekenen; uitwerken
puzzle out uitdenken; uitdokteren; uitkienen; uitknobbelen