Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. geliefkoosd:
  2. liefkozen:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de geliefkoosd de neerlandés a sueco

geliefkoosd:


liefkozen:

liefkozen verbo (liefkoos, liefkoost, liefkoosde, liefkoosden, geliefkoosd)

  1. liefkozen (knuffelen)
    omfamna; kela; krama; gosa
    • omfamna verbo (omfamnar, omfamnade, omfamnat)
    • kela verbo (kelar, kelade, kelat)
    • krama verbo (kramar, kramade, kramat)
    • gosa verbo (gosar, gosade, gosat)
  2. liefkozen (vrijen; de liefde bedrijven; minnen; minnekozen; beminnen)
    hångla
    • hångla verbo (hånglar, hånglade, hånglat)

Conjugaciones de liefkozen:

o.t.t.
  1. liefkoos
  2. liefkoost
  3. liefkoost
  4. liefkozen
  5. liefkozen
  6. liefkozen
o.v.t.
  1. liefkoosde
  2. liefkoosde
  3. liefkoosde
  4. liefkoosden
  5. liefkoosden
  6. liefkoosden
v.t.t.
  1. heb geliefkoosd
  2. hebt geliefkoosd
  3. heeft geliefkoosd
  4. hebben geliefkoosd
  5. hebben geliefkoosd
  6. hebben geliefkoosd
v.v.t.
  1. had geliefkoosd
  2. had geliefkoosd
  3. had geliefkoosd
  4. hadden geliefkoosd
  5. hadden geliefkoosd
  6. hadden geliefkoosd
o.t.t.t.
  1. zal liefkozen
  2. zult liefkozen
  3. zal liefkozen
  4. zullen liefkozen
  5. zullen liefkozen
  6. zullen liefkozen
o.v.t.t.
  1. zou liefkozen
  2. zou liefkozen
  3. zou liefkozen
  4. zouden liefkozen
  5. zouden liefkozen
  6. zouden liefkozen
en verder
  1. ben geliefkoosd
  2. bent geliefkoosd
  3. is geliefkoosd
  4. zijn geliefkoosd
  5. zijn geliefkoosd
  6. zijn geliefkoosd
diversen
  1. liefkoos!
  2. liefkoost!
  3. geliefkoosd
  4. liefkozend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for liefkozen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
kela geminnekoos; gevrij; vrijerij
krama geminnekoos; gevrij; vrijerij
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
gosa knuffelen; liefkozen
hångla beminnen; de liefde bedrijven; liefkozen; minnekozen; minnen; vrijen
kela knuffelen; liefkozen kazen
krama knuffelen; liefkozen dichtknijpen; drukken; knellen; kozen; omarmen; omhelzen; omstrengelen; strak zitten
omfamna knuffelen; liefkozen

Wiktionary: liefkozen


Cross Translation:
FromToVia
liefkozen smeka caress — touch or kiss lovingly
liefkozen kela med; smeka liebkosenstreicheln, zu jemanden zärtlich sein