Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. treuzelkous:


Neerlandés

Traducciones detalladas de treuzelkous de neerlandés a sueco

treuzelkous:

treuzelkous [znw.] sustantivo

  1. treuzelkous (treuzelaar; sijsjeslijmer; hannes; )
    trögis

Translation Matrix for treuzelkous:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
trögis hannes; sijsjeslijmer; slak; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous kuiken; onnozelaar; onnozele; onnozole hals; schaap; schaapskop; uil