Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. voortmaken:


Neerlandés

Traducciones detalladas de voortmaken de neerlandés a sueco

voortmaken:

voortmaken verbo (maak voort, maakt voort, maakte voort, maakten voort, voortgemaakt)

  1. voortmaken (zich spoeden; haasten; jagen; )
    rusa; skynda; ila; hasta
    • rusa verbo (rusar, rusade, rusat)
    • skynda verbo (skyndar, skyndade, skyndat)
    • ila verbo (ilar, ilade, ilat)
    • hasta verbo (hastar, hastade, hastat)

Conjugaciones de voortmaken:

o.t.t.
  1. maak voort
  2. maakt voort
  3. maakt voort
  4. maken voort
  5. maken voort
  6. maken voort
o.v.t.
  1. maakte voort
  2. maakte voort
  3. maakte voort
  4. maakten voort
  5. maakten voort
  6. maakten voort
v.t.t.
  1. heb voortgemaakt
  2. hebt voortgemaakt
  3. heeft voortgemaakt
  4. hebben voortgemaakt
  5. hebben voortgemaakt
  6. hebben voortgemaakt
v.v.t.
  1. had voortgemaakt
  2. had voortgemaakt
  3. had voortgemaakt
  4. hadden voortgemaakt
  5. hadden voortgemaakt
  6. hadden voortgemaakt
o.t.t.t.
  1. zal voortmaken
  2. zult voortmaken
  3. zal voortmaken
  4. zullen voortmaken
  5. zullen voortmaken
  6. zullen voortmaken
o.v.t.t.
  1. zou voortmaken
  2. zou voortmaken
  3. zou voortmaken
  4. zouden voortmaken
  5. zouden voortmaken
  6. zouden voortmaken
diversen
  1. maak voort!
  2. maakt voort!
  3. voortgemaakt
  4. voortmakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for voortmaken:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
rusa scheutje
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
hasta aanpoten; haast maken; haasten; ijlen; jagen; overhaasten; spoeden; voortmaken; zich spoeden haasten; jachten; snellen; spoeden; tempo maken; tempomaken; tot spoed aanzetten
ila aanpoten; haast maken; haasten; ijlen; jagen; overhaasten; spoeden; voortmaken; zich spoeden haasten; hardlopen; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; rennen; reppen; snellen; spoeden; tempo maken; tempomaken; tot spoed aanzetten; vliegen; zich haasten; zich spoeden
rusa aanpoten; haast maken; haasten; ijlen; jagen; overhaasten; spoeden; voortmaken; zich spoeden haasten; ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; reppen; snellen; spoeden; stormlopen; tempo maken; tempomaken; tot spoed aanzetten; vliegen; zich haasten; zich spoeden
skynda aanpoten; haast maken; haasten; ijlen; jagen; overhaasten; spoeden; voortmaken; zich spoeden opjagen; snellen; spoeden; tempo maken; tempomaken