Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. gefingeerd:
  2. fingeren:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de gefingeerd de neerlandés a sueco

gefingeerd:


Translation Matrix for gefingeerd:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
falsk bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals achterbaks; doortrapt; geaffecteerd; gehaaid; gekunsteld; gemaakt; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gewrongen; gezocht; gluiperig; in het geniep; kwaadwillig; leep; leugenachtig; listig; met slechte intentie; niet echt; ondergeschoven; onnatuurlijk; onwelluidend; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; tweetongig; uitgekookt; vals
falskt bedriegelijk; gefingeerd; nagemaakt; onecht; onwaar; vals achterbaks; doorelkaar; doortrapt; geaffecteerd; gehaaid; gekunsteld; gemaakt; gemeen; geniepig; geraffineerd; geslepen; gewiekst; gewrongen; gezocht; gluiperig; in de war; in het geniep; kwaadwillig; leep; leugenachtig; listig; met slechte intentie; niet echt; ondergeschoven; onheus; onnatuurlijk; onwaarachtig; onwelluidend; slecht; slinks; sluw; snood; stiekem; ten onrechte; tweetongig; uitgekookt; vals; valselijk
fiktiv aangenomen; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; geveinsd; verdicht
fiktivt bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; verzonnen denkbeeldig; fantastisch; illusoir; imaginair
fingerad bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; verzonnen
påhittat bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; verzonnen bedacht; denkbeeldig; fantastisch; gefabriceerd; gefantaseerd; illusoir; imaginair
uppdiktad bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; verzonnen
uppdiktat bedacht; denkbeeldig; fictief; gefingeerd; verzonnen

gefingeerd forma de fingeren:

fingeren verbo (fingeer, fingeert, fingeerde, fingeerden, gefingeerd)

  1. fingeren (simuleren; veinzen; voorwenden)
    låtsas; fejka; simulera
    • låtsas verbo (låtsar, låtsade, låtsat)
    • fejka verbo (fejkar, fejkade, fejkat)
    • simulera verbo (simulerar, simulerade, simulerat)

Conjugaciones de fingeren:

o.t.t.
  1. fingeer
  2. fingeert
  3. fingeert
  4. fingeren
  5. fingeren
  6. fingeren
o.v.t.
  1. fingeerde
  2. fingeerde
  3. fingeerde
  4. fingeerden
  5. fingeerden
  6. fingeerden
v.t.t.
  1. heb gefingeerd
  2. hebt gefingeerd
  3. heeft gefingeerd
  4. hebben gefingeerd
  5. hebben gefingeerd
  6. hebben gefingeerd
v.v.t.
  1. had gefingeerd
  2. had gefingeerd
  3. had gefingeerd
  4. hadden gefingeerd
  5. hadden gefingeerd
  6. hadden gefingeerd
o.t.t.t.
  1. zal fingeren
  2. zult fingeren
  3. zal fingeren
  4. zullen fingeren
  5. zullen fingeren
  6. zullen fingeren
o.v.t.t.
  1. zou fingeren
  2. zou fingeren
  3. zou fingeren
  4. zouden fingeren
  5. zouden fingeren
  6. zouden fingeren
diversen
  1. fingeer!
  2. fingeert!
  3. gefingeerd
  4. fingerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for fingeren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
fejka fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden
låtsas fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden beweren; huichelen; pretenderen; stellen; verklaren; voorgeven
simulera fingeren; simuleren; veinzen; voorwenden huichelen

Wiktionary: fingeren


Cross Translation:
FromToVia
fingeren låtsas feindreprésenter une chose comme réelle en lui donner une fausse apparence.